Bedragen x € 1.000 | ||||||
Financiën van Dordrecht | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
saldo | saldo | saldo | saldo | saldo | ||
Ontwikkelingen met effect op financieel perspectief | ||||||
1. | Decembercirculaire 2023 | -2.500 | -3.100 | -2.900 | -3.000 | -3.000 |
2. | Groei van de stad (inkomsten) | 500 | 1.000 | 1.750 | 2.500 | 3.250 |
3. | Groei van de stad (uitgaven) | 0 | -500 | -875 | -1.250 | -1.625 |
4. | Facilitair management organisatie Dordthuis | 0 | -230 | PM | PM | PM |
dekking uit reserve kapitaallasten Dordthuis | 0 | 230 | 0 | 0 | 0 | |
5. | Project ombuigingen | -300 | -150 | 0 | 0 | 0 |
6. | Stedin dividend | 2.800 | 4.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 |
7. | Uitvoering In control programma | -300 | -200 | 0 | 0 | 0 |
8. | Extra kosten WOZ bezwaar en beroep | -1.055 | -600 | 0 | 0 | 0 |
Extra verhogen OZB opbrengst | 600 | 300 | 0 | 0 | 0 | |
Extra bijdrage regiogemeenten | 455 | 300 | 0 | 0 | 0 | |
9. | Exploitatie digitale werkruimte | 0 | -320 | -320 | -320 | -320 |
10. | Renteresultaat | 2.950 | 1.100 | 400 | 400 | 400 |
11. | Lagere compensatie loon- en prijsbijstelling | 0 | -2.100 | -2.100 | -2.100 | -2.100 |
12. | Effect Voorjaarsnota Rijk - Opschalingskorting | 0 | -5.100 | 5.100 | 5.100 | 5.100 |
dekking uit Algemene Reserve | 0 | 5.100 | 0 | 0 | 0 | |
13. | Incidentele kosten 2025 gedekt uit overschot 2024 | -1.945 | 1.945 | 0 | 0 | 0 |
. | ||||||
Investeringen (kapitaallasten) | ||||||
14. | Vervanging woonwagens | 0 | 0 | -20 | -20 | -20 |
15. | Onderhoud Vastgoed (cyclus > 20 jr) | 0 | 0 | -10 | -20 | -20 |
16. | Vervanging mobile devices | 0 | 0 | -100 | -100 | -100 |
17. | Kapitaallasten niet geraamde investeringen vanaf 2026 | 0 | 0 | 0 | -500 | -1.450 |
. | ||||||
18. | Indexaties | |||||
Indexaties uitgaven | -795 | -2.760 | -3.710 | -3.700 | -3.700 | |
Indexaties inkomsten | 0 | 1.600 | 1.590 | 1.590 | 1.590 | |
. | ||||||
Administratief neutrale ontwikkelingen | ||||||
19. | Totaal administratief neutrale ontwikkelingen | 2.690 | 2.610 | 2.610 | 2.610 | 2.610 |
. | ||||||
Ombuigingen | ||||||
20. | Energiemanagement (nutsvoorzieningen) | 0 | 100 | 100 | 100 | 100 |
21. | Reële investeringsplanning | 0 | 1.000 | 1.000 | 0 | 0 |
22. | Post onvoorzien aframen | 0 | 350 | 350 | 350 | 350 |
23. | Gemeentenieuws uitsluitend digitaal | 0 | 50 | 50 | 50 | 50 |
24. | Logiesheffing verhogen | 0 | 130 | 130 | 130 | 130 |
Wijziging saldo programma | 3.100 | 4.755 | 11.045 | 9.820 | 9.245 | |
. | ||||||
hogere lasten: - en lagere lasten: + | ||||||
hogere baten: + en lagere baten: - | ||||||
reserve onttrekking t.g.v. exploitatie: + | ||||||
reserve dotatie t.l.v. exploitatie: - |
Ontwikkelingen met effect op financieel perspectief
1. Decembercirculaire 2023
De Decembercirculaire 2023 heeft een negatief effect op het exploitatiesaldo. In de bijbehorende raadsinformatie Decembercirculaire 2023 is dit nader toegelicht.
2. Groei van de Stad (inkomsten)
We houden rekening dat door groei van de stad de inkomsten toenemen. Voor 2024 een extra inkomst van € 0,5 miljoen oplopend naar € 3,25 miljoen in 2028. De verwachting is dat tot en met 2029 4.500 nieuwe woningen worden gerealiseerd. Vanuit de (behoedzame) aanname dat in iedere extra woning één nieuwe Dordtenaar komt te wonen, betekent dit per jaar gemiddeld 750 nieuwe Dordtenaren extra. Uiteindelijk bepaalt de snelheid van bouwen voor een groot deel hoe snel de stad groeit. Daarom is de eerste twee jaar gerekend met 500 extra inwoners en de jaren daarna met 750 extra inwoners. De groei wordt betrokken bij de financiële vertaling van de Meicirculaire 2024.
3. Groei van de Stad (uitgaven)
De lasten zijn vanaf 2025 € 500.000 oplopend tot € 1.625.000 in 2029 hoger dan begroot. Hierbij is het uitgangspunt dat 50% van de extra inkomsten voor de groei nodig is ter dekking van de kosten die horen bij groei. De meeropbrengst 2024 wordt ingezet ter dekking van toegenomen kosten in 2024.
4. Facilitaire managementorganisatie Dordthuis
De lasten voor de facilitaire managementorganisatie van het Dordthuis zijn in 2025 € 230.000 hoger dan begroot, omdat voor het op niveau brengen van het inhuizen en facilitair beheer van het Dordthuis een goede facilitaire managementorganisatie noodzakelijk is. Voor de eventueel benodigde middelen na 2025 wordt inzichtelijk gemaakt op welke wijze deze organisatie kan worden vormgeven. Dit wordt betrokken bij de Perspectiefnota 2026. Voorgesteld wordt de lasten voor 2025 te dekken uit de reserve Kapitaallasten Dordthuis.
5. Uitvoering project ombuigingen
De lasten voor het project ombuigingen zijn in 2024 € 300.000 en in 2025 € 150.000 hoger dan begroot omdat voor 2023 slechts budget was toegekend door de eerste fase van dit project.
Na de oplevering van een eerste inventarisatie van mogelijke maatregelen begin 2024, is duidelijk geworden dat het ombuigingentraject verder gaat doorlopen richting de Perspectiefnota 2026 en Begroting 2026, waardoor ook de projectorganisatie tot medio 2025 in stand zal blijven.
6. Stedin dividend
De baten voor het Stedin dividend ramen we in 2024 op met € 2.800.000, in 2025 op met € 4.000.000 en vanaf 2026 structureel op met € 8.000.000 omdat betere bedrijfsresultaten worden verwacht. Dat komt onder meer omdat Stedin nu met een afschrijvingsmethode werkt die tot lagere lasten leidt en ook vanwege beduidend hogere inkomsten. Vanaf begrotingsjaar 2028 is er een inkomstenonzekerheid omdat nieuwe regelgeving van ACM in de maak is die van invloed zal zijn op de bedrijfsresultaten en daarom ook tot nieuwe dividendafspraken kunnen gaan leiden. Bij deze ontwikkeling is tegelijkertijd een onzekerheid opgenomen in deze perspectiefnota.
7. Uitvoering In control programma
De lasten voor de bestuursopdracht In Control programma zijn in 2024 € 300.000 en in 2025 € 200.000 hoger dan begroot omdat in 2023 slechts budget was toegekend voor de eerste fase van het programma. Begin 2024 is een programmamanager gestart. Voor de definitieve borging van de bestuursopdracht is een plan van aanpak 2024 opgesteld. Hierin is aangegeven welke extra capaciteit noodzakelijk is om onder andere processen te beschrijven, nota’s en verordeningen te actualiseren, de informatievoorziening in de organisatie en aan de raad te verbeteren, een contractenregistratie in te voeren en risicosturing in de organisatie te verbeteren.
8. Extra kosten WOZ-bezwaar en beroep
De lasten voor het afhandelen van WOZ-bezwaren en -beroepen zijn voor 2024 € 1.055.000 en voor 2025 € 600.000 hoger dan begroot door bezwaren en beroepen die worden ingediend door no cure no pay-bedrijven (NCNP) en particulieren. De wetswijziging om het verdienmodel van NCNP-bureaus aan banden te leggen is per 1-1-2024 van kracht gegaan. De hierin vastgestelde verlaging van de proceskostenvergoeding heeft betrekking op zaken over belastingjaar 2024 e.v. Het effect zal naar verwacht medio 2024 zichtbaar worden. Een deel van de meerkosten wordt doorbelast aan de regiogemeenten. De verwachting is dat de meerkosten 2024 voor Dordrecht opgevangen kunnen worden uit de meeropbrengst ozb. De gemeente hanteert in 2025 het principe dat kosten van WOZ-bezwaar en WOZ-beroep worden verwerkt in hogere WOZ baten (kostendekkend).
9. Exploitatie digitale werkplek
De lasten zijn vanaf 2025 structureel € 320.000 hoger dan begroot omdat de kapitaallasten voor de persoonsgebonden digitale voorzieningen nog niet in de lopende meerjarenraming 2025-2027 zijn opgenomen. Hiervoor is bij de Tweede Bestuursrapportage 2023 een investeringskrediet van € 1.230.000 beschikbaar gesteld. Zoals eerder besloten loopt het meerjarenprogramma ICT beweegt. Onderdeel daarvan is de nieuwe Digitale Werk Ruimte. Deze is nodig om veiliger en toekomstbestendig te kunnen (samen)werken, zowel binnen onze organisatie, als met partners buiten onze organisatie. Om veilig en modern samen te werken is geïnvesteerd in de aanschaf van nieuwe digitale apparatuur, zoals laptops en smartphones.
10. Renteresultaat
De baten stijgen per saldo in 2024 met € 2.950.000, in 2025 met € 1.100.000 en vanaf 2026 structureel met € 400.000, omdat de marktrente is gestegen en uitgaven achterblijven op de planning. Hierdoor ontvangt de gemeente extra rentebaten op haar tegoeden. Dit is inclusief hogere rentebaten op middelen die beheerd worden door SVN/NRF (€ 400.000). Of in de periode daarna rentemeevallers ontstaan, hangt af van de renteontwikkelingen en van het daadwerkelijke verloop van gemeentelijke bestedingen en inkomsten. Door de gewijzigde fasering van de realisatie van het Dordthuis ontstaat op de projectfinanciering een renteresultaat. Dit wordt verrekend met de bouwrente in het krediet.
11. Lagere compensatie loon- en prijsstijging
Het Centraal Planbureau verwacht dat de inflatie in 2025 minder hoog zal zijn dan bij de Decembercirculaire 2023 werd verwacht. De bijbehorende loon- en prijscompensatie die gemeenten hiervoor ontvangen in de algemene uitkering wordt daarop aangepast en verlaagd. De verlaging voor Dordrecht wordt geschat op € 2,1 miljoen in 2025. Zodra de Meicirculaire 2024 verschijnt zullen we de effecten van het rijksbeleid definitief doorrekenen. Deze lagere compensatie wordt meerjarig verrekend met de stelpost indexatie 2025 en verder.
12. Effect Voorjaarsnota Rijk – opschalingskorting
De baten zijn in 2025 € 5.100.000 lager en vanaf 2026 structureel € 5.100.000 hoger dan begroot. Onderdeel van de Voorjaarsnota van het Rijk is de afschaffing van de opschalingskorting vanaf 2026. In ruil daarvoor worden gemeenten met een gelijk bedrag gekort in 2025. Deze bedragen zijn een inschatting. De definitieve cijfers volgen bij de Meicirculaire 2024. Vanuit het Rijk krijgen we in 2025 eenmalig een korting op het gemeentefonds van € 5,1 miljoen.
Voorgesteld wordt deze korting te dekken vanuit de Oekraïne-gelden die we in 2023 overhouden en voor een deel aan de Algemene Reserve worden toegevoegd. Dit onder het mom van: minder geld ontvangen vanuit het Rijk compenseren we door meer ontvangen vanuit het Rijk.
13. Incidentele kosten 2025 gedekt uit overschot 2024
Voor 2024 wordt een overschot verwacht van € 1.945.000. Voorgesteld wordt dit begrotingssaldo te gebruiken om incidentele kosten in 2025 te dekken. Dit betreft onder andere de aanvullende storting in de onderhoudsvoorziening Sportboulevard, de begeleidingskosten voor het ombuigingstraject en het in control programma.
14. Vervanging woonwagens
Het krediet voor woonwagens wordt verhoogd met € 260.000 in jaar 2025, omdat door de ouderdom en de afnemende technische kwaliteit vervanging van woonwagens noodzakelijk is. Door deze vervanging blijft de kwaliteit van de door de gemeente verhuurde woonwagens op peil. Bij vervanging worden de woonwagens meteen verduurzaamd. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten bedragen structureel € 20.000 vanaf 2026.
15. Onderhoud Vastgoed
De kredieten voor maatschappelijk vastgoed worden verhoogd met € 280.000, omdat aan enkele ateliers, Huis van Gijn en een pand op de begraafplaats werkzaamheden aan onder andere het dak moeten worden gedaan. Deze onderhoudsingrepen met een cyclus > 20 jaar worden in lijn met de vastgoednota (raadsvoorstel 1651527 ) afgeschreven. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten bedragen structureel € 10.000 vanaf 2026.
16. Vervanging mobile devices
De lasten zijn vanaf jaar 2026 structureel € 100.000 hoger dan begroot omdat de kapitaallasten voor de persoonsgebonden digitale voorzieningen nog niet volledig in de lopende meerjarenraming zitten. Digitale apparatuur heeft een afschrijvingstermijn. De apparatuur verouderd in de loop der jaren, terwijl tegelijkertijd de eisen aan de apparatuur in de loop der jaren stijgt. Daarnaast worden digitale apparaten na verloop van tijd onveilig, omdat leveranciers van digitale apparatuur maar een beperkte tijd beveiligingsupdates voor apparaten uitbrengen. Dit terwijl de eisen en het belang van een veilige werkomgeving alleen maar groter worden. Als gevolg daarvan moeten laptops, smartphones, etc. tijdig vervangen worden. De lopende meerjarenbegroting voorziet echter niet in deze vervanging. Voor de jaarschijf 2025 bedraagt de investering € 300.000.
17. Kapitaallasten niet-geraamde investeringen vanaf 2026
Bij toekomstige vervangingsinvesteringen vanaf 2026 stellen we voor de (financiële) ruimte te reserveren in het meerjarenbeeld (stelpost kapitaallast toekomstige investeringen), maar de kredieten nu nog niet aan te vragen. Vanwege de financiële krapte hanteren we het uitgangspunt "We doen nu nog niets wat ook later kan". De definitieve keuze voor ter beschikking stellen van de onderliggende kredieten vormt hiermee een integrale afweging bij de Perspectiefnota 2026. Er zijn daarin tenslotte keuzes te maken in omvang, fasering en/of kwaliteit. Het gaat hier om nieuw te begroten kapitaallasten van de volgende investeringen:
- Vervanging gymzalen 2028-2030.
- Herstel kademuren 2026 e.v.
- Uitvoeringsprogramma fiets 2026-2028.
- Verkeersstructuurplan Spuiboulevard 2026 e.v.
- Laan van Londen (Wielwijk fase 1/2/3).
- Integraal huisvestingsplan voortgezet onderwijs 2026 e.v.
- Meerjaren onderhoudsplan openbare ruimte 2026-2028.
- Vervanging woonwagens 2028 e.v.
- Onderhoud Vastgoed 2026 e.v.
- Vervanging mobile devices 2026 e.v.
Daar waar voor investeringen/projecten in 2026 besluitvorming, door een voorbereidingstraject, niet kan wachten tot besluitvorming van de Perspectiefnota 2026 kan besluitvorming plaats vinden bij de vaststelling van de Begroting 2025.
18. Indexaties uitgaven en inkomsten
De bedragen voor indexaties op uitgaven en inkomsten zijn opgesplitst naar de programma's. Dit geeft inzicht in het beslag dat ieder programma legt op deze middelen, c.q. wat er vanuit het programma aan extra inkomsten wordt gegenereerd door indexatie.
Administratief neutrale ontwikkelingen
19. Administratief neutrale ontwikkelingen
Neutrale ontwikkelingen (enkel effect tussen en/of binnen programma's) zijn apart inzichtelijk gemaakt. Budgetneutrale wijzigingen leiden op totaal begrotingsniveau niet tot resultaatafwijkingen op de baten of lasten. Wel kan er een budgettair effect tussen de programma's optreden, bijvoorbeeld als gevolg van verschuivingen, echter in totaal hebben deze verschuivingen geen effect op het financieel perspectief. Voor saldoneutrale ontwikkelingen waar een reserve of voorziening mee gemoeid is, is in het raadsvoorstel een beslispunt opgenomen. Deze ontwikkelingen zijn in de bijlagen bij deze perspectiefnota opgenomen.
Ombuigingen
20. Energiemanagement (nutsvoorzieningen)
Energiemanagement bestaat uit de onderdelen 1) Aansluitingenregister, 2) Energiebeheer en 3) Energiemonitoring. Goed energiemanagement leidt tot besparingen door:
- Opzeggen/afsluiten van onjuiste contracten/meters.
- Opsporen van fouten in energiefacturen.
- Verlagen van capaciteit aansluitingen.
- Proactieve monitoring per locatie waardoor gebruikstijden/temperaturen/installatie instellingen worden geoptimaliseerd en sturing op gedrag mogelijk is.
Goede energiemonitoring zorgt ervoor dat afwijkend energieverbruik beter zichtbaar wordt waarmee we bijsturing mogelijk maken. Besparingen van 10-20% op het gasverbruik zouden haalbaar moeten zijn. Bij slechts 5% besparing op het wordt met de huidige tarieven al jaarlijks > € 100.000 bespaard. De uitvoering vraagt wel investeringen.
21. Reële investeringsplanning
Onze investeringsplanning is erg ambitieus en optimistisch. Hierdoor staan investeringsbudgetten langer open en volgende de kapitaallasten ook later. Hoewel dit gecorrigeerd wordt in de begroting, is het van belang een realistische investeringsplanning te maken.
22. Post onvoorzien aframen
In de begroting is een post opgenomen voor onvoorziene kosten. Deze post kan grotendeels worden afgevoerd omdat deze post geen wettelijke bepaalde hoogte heeft.
23. Gemeentenieuws uitsluitend digitaal
We stellen een besparing voor door - naast de digitale bekendmaking - de bekendmaking in het lokale huis-aan-huis blad in een veel compactere (doorverwijzings)vorm te gaan doen.
24. Logiesheffing verhogen
Het betreft hier het voorstel om de inkomsten te vergroten door dit jaar een verhoging van het tarief met de reguliere indexatie plus 10% door te voeren. Dit leidt tot een verhoging van de opbrengst met € 130.000.