Home

Inleiding

De stand van de Begroting 2024 samen met alle mutaties zoals opgenomen in deze Perspectiefnota 2025 leidt tot het volgende voorlopige meerjarenbeeld:

Bedragen × € 1.000

2024

2025

2026

2027

2028

Eindsaldo Begroting 2024

680

-2.960

-27.140

-29.550

-31.050

Correctie eerdere raadsbesluiten

Septembercirculaire 2023

4.000

8.040

8.850

13.560

11.100

Correctie Septembercirculaire 2023

-

340

-3.890

-3.310

-

Bijstelling bijdrage Arcade

-150

-550

-1.300

-1.300

-1.300

Eenmalige extra bijdrage RTV Dordrecht

-150

-

-

-

-

Startpositie meerjarenraming 2024-2028

4.380

4.870

-23.480

-20.600

-21.250

1. Onderbesteding van budgetten

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

2. Niet geraamde investeringen

-

-

-

-500

-1.450

3a. Groei van de stad (inkomsten)

500

1.000

1.750

2.500

3.250

3b. Groei van de stad (uitgaven)

-

-500

-875

-1.250

-1.625

4. Ontwikkelingen

-6.065

-14.120

-14.695

-14.325

-14.410

5. Ombuigingen zoekrichting 1 RIB

-

3.025

3.625

2.765

2.780

6. Effect Voorjaarsnota 2025 Rijk

-

-5.100

5.100

5.100

5.100

7. Toegevoegde ombuigingen

-

780

2.430

2.580

2.830

Geactualiseerd saldo Begroting 2024

1.815

-7.045

-23.145

-20.730

-21.775

8. Sportboulevard tekort 2023 dekken uit onverdeeld resultaat 2023

840

Geactualiseerd saldo Begroting 2024

2.655

-7.045

-23.145

-20.730

-21.775

9. Incidentele kosten 2025 gedekt uit overschot 2024

-1.945

1.945

Geactualiseerd saldo Begroting 2024

710

-5.100

-23.145

-20.730

-21.775

10. Dekking reserve Ontheemden

5.100

Perspectiefnota 2025

710

-

-23.145

-20.730

-21.775

Voordelig

Nadelig

Nadelig

Nadelig

Nadelig

De categorieën 1 t/m 10 worden hieronder toegelicht.

1. Onderbesteding van budgetten
Door BDO Advisory BV (BDO) is de top 20 van grootste financiële afwijkingen van de afgelopen vier jaar (2018 – 2022) in kaart gebracht. BDO schat, op basis ervaringen bij eerder uitgevoerde analyses bij andere gemeenten, dat circa 20% tot 40% van deze top 20 financieel technisch ruimte biedt. De structurele ruimte wordt geschat tussen de € 2 en € 4 miljoen. Eerder is vanuit behoedzaamheid gekozen om € 2 miljoen mee te nemen in de financiële opgave. Dit aangezien bij de inventarisatie van mogelijke maatregelen ook onderbestedingsposten zijn opgenomen (bijvoorbeeld lagere kapitaallasten). Nu het meerjarenbeeld verder is verslechterd, is gekozen toch met een hoger bedrag te gaan rekenen door een besparing van € 3 miljoen op te nemen. Bij de Begroting 2025 wordt deze besparing concreet aan programma’s toegerekend.

2. Niet geraamde investeringen
Bij toekomstige vervangingsinvesteringen vanaf 2026 kiezen we ervoor de (financiële) ruimte te reserveren in het meerjarenbeeld (stelpost kapitaallast toekomstige investeringen), maar de kredieten nu nog niet aan te vragen. Er zijn daarin nog keuzes te maken in fasering en/of kwaliteit die betrokken kunnen worden bij de integrale afweging bij Perspectiefnota 2026. Ten opzichte van de standen uit de raadsinformatiebrief is het bedrag op de stelpost voor het jaar 2028 toegenomen met € 450.000 tot € 1.450.000. Dit komt voor een groot deel door noodzakelijke periodieke vervanging van mobile devices. Het andere deel betreft actualisatie van ramingen en de fasering van projecten.

3a. Groei van de Stad
We houden rekening dat door groei van de stad de inkomsten toenemen. Voor 2024 een extra inkomst van € 0,5 miljoen oplopend naar € 3,25 miljoen in 2028. De verwachting is dat tot en met 2029 4.500 nieuwe woningen worden gerealiseerd. Vanuit de (behoedzame) aanname dat in iedere extra woning één nieuwe Dordtenaar komt te wonen, betekent dit per jaar gemiddeld 750 nieuwe Dordtenaren extra. Uiteindelijk bepaalt de snelheid van bouwen voor een groot deel hoe snel de stad groeit. Daarom is de eerste twee jaar gerekend met 500 extra inwoners in plaats van met 750 extra inwoners. De groei wordt betrokken bij de financiële vertaling van de Meicirculaire 2024.

3b. Groei van de Stad (uitgaven)
De lasten zijn vanaf 2025 € 500.000 oplopend tot € 1.625.000 in 2029 hoger dan begroot. Hierbij is het uitgangspunt dat 50% van de extra inkomsten door de groei nodig is ter dekking van de kosten die horen bij groei. De meeropbrengst 2024 wordt ingezet ter dekking van toegenomen kosten in 2024.

4. Ontwikkelingen
Bij elke perspectiefnota zijn er meerdere ontwikkelingen te verwerken waar nagenoeg geen of maar beperkte afwegingsruimte in zit. Er heeft zich dan een omstandigheid voorgedaan die je na het besluit niet meer kunt beïnvloeden, maar nog enkel kunt verwerken. Ook dit jaar zijn er meerdere van deze ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen zijn onder de begrotingsprogramma's inzichtelijk gemaakt.

5. Ombuigingen zoekrichting 1 RIB
Eind maart is een RIB naar de raad gezonden als voortgangsbericht op het ombuigingentraject dat loopt. Als resultante van het inventarisatietraject van mogelijke ombuigingsmaatregelen is in die RIB een lijst gepresenteerd van zaken die geen negatieve maatschappelijke effecten hebben. Het betreft een bedrag van ongeveer € 2,8 miljoen structureel.

6. Effect Voorjaarsnota Rijk
Onderdeel van de Voorjaarsnota van het Rijk is de afschaffing van de opschalingskorting vanaf 2026. In ruil daarvoor worden gemeenten met een gelijk bedrag gekort in 2025. De baten zijn in 2025 € 5.100.000 lager dan begroot en vanaf 2026 structureel € 5.100.000 hoger dan begroot. Dit is een inschatting, de definitieve cijfers volgen bij de Meicirculaire 2024.

7. Toegevoegde ombuigingen
Vanwege de wijzigingen in het financieel perspectief, stelt het college voor om een aantal ombuigingsvoorstellen toe te voegen aan de lijst die in de genoemde RIB is gepresenteerd. Het betreft een zevental zaken die een oplopend bedrag opleveren van € 830.000 in 2025 naar € 3,0 miljoen structureel.

8. Sportboulevard tekort 2023 dekken uit onverdeeld resultaat 2023
De afrekening van het jaarlijks onderhoud volgt het jaar nadat het onderhoud heeft plaats gevonden. Vanaf 2024 veranderen we deze afrekeningssystematiek en verantwoorden we de onderhoudskosten in het jaar zelf. Dit maakt dat we in 2024 worden geconfronteerd met dubbele onderhoudskosten (2023 en 2024). Voorgesteld wordt de onderhoudskosten 2023 (€ 840.000) te verrekenen met het jaarresultaat 2023.

9. Incidentele kosten 2025 gedekt uit overschot 2024
Voor 2024 wordt een overschot verwacht van € 1.995.000. Voorgesteld wordt het positieve begrotingssaldo 2024 te gebruiken om incidentele kosten in 2025 te dekken. Dit betreft onder andere de aanvullende storting in de onderhoudsvoorziening Sportboulevard, de begeleidingskosten voor het ombuigingstraject en het 'In control programma' (zie onderdeel Ontwikkelingen ).

10. Dekking reserve ontheemden
Vanuit het Rijk krijgen we in 2025 eenmalig een korting op het gemeentefonds van € 5,1 miljoen. Dit tekort dekken we vanuit de Oekraïne-gelden die we in 2023 overhouden. Dit onder het mom van: minder geld ontvangen vanuit het Rijk compenseren we met meer ontvangen vanuit het Rijk.

Deze pagina is gebouwd op 07/01/2024 15:10:06 met de export van 07/01/2024 08:54:07